Heb je jezelf ook wel eens afgevraagd wat er gebeurt met de waarde van geld als je het belegt of spaart? In dit artikel wordt haarfijn uitgelegd wat het resultaat van beide is op de lange termijn. Maar eerst geven we informatie over de variabelen die invloed hebben op de waarde van jouw geld.
Waardevermindering van geld
Het is je vast niet ontgaan, alles wordt duurder terwijl onze koopkracht er niet op vooruitgaat. Met andere woorden ons geld verliest eigenlijk zijn waarde. Dit fenomeen wordt ook wel inflatie of geldontwaarding genoemd. Gegevens van het Centraal Planbureau (CPB) voorspellen dat de inflatie dit jaar stijgt naar 5,9%. Dit houdt in dat goederen en diensten dit jaar 5,9% meer kosten dan in het jaar ervoor.
Nu moet er bij deze gegevens wel een notitie gemaakt worden omdat de geldontwaarding dit jaar uitzonderlijk hoog is. Over de afgelopen vijf jaar bedraagt de inflatie gemiddeld 1,9%. Dat houdt in dat jouw geld per jaar gemiddeld 1,9% van zijn waarde verliest.
Leuker kunnen we het niet maken…
Als je extreem vermogend bent, betaal je ook vermogensrendementsheffing. Dit is belasting dat je betaalt over spaargeld en beleggingen. Tot €50.650,- hoef je geen belasting te betalen. Als je een fiscaal partnerschap bent aangegaan, wordt dit bedrag verdubbeld. Wanneer je dit bedrag overschrijdt moet je een percentage van je vermogen afdragen aan de Belastingdienst.
Sparen
Sparen is een populaire manier om een buffer op te bouwen voor later. In het begin van de 21e eeuw was sparen nog een rendabele bezigheid. Rentes bedroegen toen nog gemakkelijk 2,5% per jaar. De afgelopen jaren verliest sparen zijn populariteit. Dit komt doordat veel banken hun spaarrente hebben verlaagd naar 0%. Er zijn zelfs banken die een negatieve rente hebben ingevoerd.
Toch zijn er veel consumenten die blijven sparen. Dit is om een buffer op te bouwen voor onverwachte uitgaven.
Als je momenteel €100.000,- op de bank zou zetten, wat zou er na achttien jaar overblijven? Allereerst houden we rekening met de vermogensrendementsheffing. We gaan uit van een situatie waarbij er geen fiscale partner in beeld is. Door het heffingsvrije vermogen blijft er in dit voorbeeld €49.350,- over waar je belasting over moet betalen. Na achttien jaar staat er na aftrekking van de vermogensrendementsheffing afgerond nog €95.200,- op je spaarrekening.
Vervolgens moet je rekening houden met de geldontwaarding. Van de €95.200,- die nog op je spaarrekening staat kun je toch niet meer hetzelfde kopen als achttien jaar geleden. In dit voorbeeld gaan we uit van een geldontwaarding van 1,9% per jaar. Na achttien jaar blijft er dan afgerond €67.400,- aan koopkracht over.
Beleggen
Omdat de spaarrentes historisch laag zijn, zoeken mensen naar alternatieven. Eén van deze alternatieven is beleggen. Als je je geld belegt, wordt je mede-eigenaar van een bedrijf. Het winst- of verliespercentage dat je jaarlijks behaalt met een investering wordt ook wel het rendement genoemd. Het rendement uit beleggingen is vaak hoger dan een spaarrente, daar staat tegenover dat deelnemen aan de beleggingsmarkt ook risico’s met zich meebrengt. Je kunt als je belegt namelijk (een deel van) je geld kwijtraken als de koersen dalen of als het bedrijf waarin je investeert failliet raakt.
Voor dit voorbeeld gaan we uit van een gemiddeld rendement van 7 % per jaar. Als je €100.000,- belegt, heb je na achttien jaar afgerond €338.000,-. Als je hier de vermogensrendementsheffing aftrekt, houd je van dit bedrag ongeveer €296.500,- over. We gaan hierbij uit van een situatie waarin er geen fiscale partner in beeld is. Om vervolgens de koopkracht te bepalen houden we rekening met een geldontwaarding van gemiddeld 1,9% per jaar. Jouw koopkracht over achttien jaar bedraagt afgerond nog €210.000,-
Conclusie
Uit de berekeningen blijkt dat investeren op de lange termijn een stuk meer oplevert dan sparen. Jouw geld behoudt met investeren zijn waarde, ook over achttien jaar. Verdiep je voordat je jouw geld belegt goed in de markt en de risico’s die eraan verbonden zijn. Het is altijd aan te raden om ook wat geld op een spaarrekening te zetten als buffer voor onverwachte kosten.