Misschien vind je dit ook leuk
In navolging van diverse andere landen heeft Nederland begin november 2021 besloten om de buitenlandse investeringen die ons land in fossiele energiebronnen had – zoals in gas en olie – te staken. Nederland staat in dit besluit niet alleen, want er zijn nog 21 andere landen die dit besluit, op de klimaattop in Glasgow, eind 2021 genomen hebben. Daarnaast hebben de Europese Investeringsbank (EIB) en de Nederlandse Financieringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden (FMO) zich bij dit initiatief aangesloten. Er wordt dus internationaal massaal gestaakt met geld investeren in kolencentrales, de oliesector en in gasprojecten. Maar wat zijn straks, op kortere en op langere termijn, de consequenties van deze stap? Welke gevolgen gaat dit besluit – het terugdringen van fossiele energie – al dan niet voor Nederland en de andere betrokkenen hebben?
De fossiele energiesector gaat flink inleveren
Door te stoppen met het geld pompen in bedrijven die zich bezighouden met fossiele energie krijgt het milieu natuurlijk een flinke boost. De uitstoot van schadelijke stoffen door het gebruik van kolen, olie en gas gaat op korte termijn afnemen. Betrokkenen hebben berekend dat het terugtreden van tientallen landen en organisatie er voor fossiele energieproducten en -bedrijven flink gaat inhakken. Jaarlijks bedraagt het investeringsbedrag dat genoemde landen en ondernemingen in fossiele bedrijven en projecten storten meer dan 16 miljard euro. Het gaat dus om een kapitaal bedrag, dat onder meer gebruikt wordt voor het zoeken naar nieuwe olievelden en nieuw gas en onderzoeksdoeleinden. Het staat buiten kijf dat het verbruik van olie, kolen en gas hierdoor terug gaat lopen, met uiteraard positieve gevolgen voor de wereldwijde luchtkwaliteit, het milieu en op langere termijn het klimaat. Tegelijk zullen diverse bedrijven die zich bezighouden met het ondersteunen en opzetten van projecten rond fossiele energie hun functie verliezen en op korte pf langere termijn verdwijnen. Een typisch voorbeeld is Atradius, een onderneming die zich bezighoudt met het verzekeren van exportkrediet. Jaarlijks pompte dit bedrijf 1,3 miljard euro in de gas- en oliesector en stond het voor dit bedrag garant. Vanaf 2023, zo is inmiddels bekend, komt er een einde aan de investeringen die vanuit Atradius in de energiesector van fossiele energie gedaan worden.
Het Glasgow-akkoord is historisch, omdat ook grote spelers meedoen
De klimaatdoelen die in het Akkoord van Parijs zijn gesteld, kunnen alleen behaald worden al er nu echt wat gaat gebeuren en het gebruik van fossiele brandstoffen en energiebronnen sterk teruggedrongen wordt. Het akkoord dat in november 2021 in het Schotse Glasgow afgesloten is, mag in dit verband beschouwd worden als historisch en uniek. Waarom? De reen is simpel: voor het eerst hebben namelijk twee grote spelers op de internationale energiemarkt, namelijk Canada en de Verenigde Staten, zich bij de gemaakte afspraken aangesloten. Doordat deze twee grote landen meedoen, kan er aanzienlijk meer bereikt worden dan in het recente verleden mogelijk was.
Het akkoord laat ruimte voor uitzonderingsgevallen
De Tweede Kamer-oppositie tegen de gemaakte afspraken maakte zich zorgen over wat de nieuwe klimaatkoers voor de industrie en het bedrijfsleven in Nederland gaat betekenen. Ontketen je met harde afspraken over fossiele energie niet een economische vertraging, een stilstand of zelfs een crisis? Gelukkig, zo beklemtonen de betrokken partijen, zijn er uitzonderingen nodig op de ‘harde’ afspraken uit het Glasgow-akkoord. Om een voorbeeld te noemen: baggerwerkzaamheden in havens waar olie en gas verhandeld wordt, kunnen doorgaan. Verder blijven fossiele-energieprojecten die hun CO2-uitstoot volledig weten te compenseren in aanmerking komen voor financiële steun bij export. Daarbij is er nog enige adempauze, omdat de financieringsstroom voor fossiele projecten niet direct gestaakt wordt. Dat gebeurt pas vanaf het jaar 2023. Betrokken ondernemingen hebben dus nog even om de zeilen bij te zetten.